ATATÜRK
De Turkse Onafhankelijkheidsoorlog (Kurtuluş Savaşı) is de strijd na de Eerste Wereldoorlog tussen de Turken en geallieerden.
Na de Eerste Wereldoorlog behoorden de Osmaanse Turken tot de verliezers,
waardoor vrijwel al hun woongebied bezet werd.
Zelfs de overgebleven rompstaat Anatolië werd in negen stukken verdeeld,
waarbij de Turken alleen rondom Ankara controle mochten uitoefenen.
Mustafa Kemal (de latere ATATÜRK) (1881-1938) riep hierop het Turkse Parlement in Ankara uit.
Dit parlement erkende niet langer het gezag van de Osmaanse sultan, Mehmet VI of de verdragen die hij had ondertekend.
Het belangrijkste verdrag waartegen ATATÜRK zich verzette was het Verdrag van Sèvres,
waarbij grote stukken van Anatolië onder geallieerd bestuur kwamen te staan.
Toen de geallieerde troepen dit verdrag begonnen te realiseren door Turkse steden in te nemen,
ontstond er hevig verzet van lokale Turkse burgers.
In het voorjaar van 1919 brak etnisch geweld uit in de provincies aan de randen van Anatolië.
De Griekse overheid en de Armeniërs waren eropuit deze gebieden in te lijven.
Turkse burgers die zich tegen de verdeling van Anatolië verzetten, zagen de lokale Grieken en Armeniërs daarom als vijand.
Zo kwamen mensen die eeuwenlang hadden samengeleefd, nu tegenover elkaar te staan.
Er waren verschillende Griekse en Armeense bendes die etnisch geweld pleegden en vergelijkbare islamitische bendes stimuleerden
toen de oprichting van nog meer guerrillabendes.
ATATÜRK stelde de start van de Onafhankelijkheidsoorlog vast op 19 mei 1919.
En daardoor wordt er elk jaar op 19 mei in Turkije groots gevierd dat Mustafa Kemal ATATÜRK
op deze dag aan het hoofd van de Turkse verzetsbeweging
(de toen aanwezige guerrillabendes) aankwam in Samsun en hiermee in korte tijd verder trok richting Amasya.
deze weg wordt ookwel de kurtuluş yolu genoemd, en is de laatste jaren in ere hersteld.
In de Turkse geschiedschrijving vormt 19 mei 1919 het beginpunt van de geschiedenis van de Republiek Turkije.
Maar pas vanaf 1920 stond er een professioneel Turks leger op de been.
Dit leger bleek zo succesvol dat de Turken geheel Anatolië weer onder controle kregen.
De veldslagen duurden van 1920 tot 11 oktober 1922, waaronder de Slag om Sakarya en de Slag om Dumlupınar.
Waarna vervolgens een wapenstilstand werd ondertekend.
Dit Verdrag van Mudanya werd op 24 juli 1923 opgevolgd door de Vrede van Lausanne.
In dit verdrag werd officieel het einde van de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog bezegeld met de erkenning van
de Turkse soevereiniteit en de volledige terugtrekking van de geallieerde troepen uit Anatolië.
Dus met de Grieken in Turkije liep het mis in de jaren twintig. Ze dankten dat aan hun moederland Griekenland,
dat het in de Eerste Wereldoorlog verslagen Turkije de genadeklap wilde verkopen.
En een genadeklap werd het : voor beiden! Bij de vrede kwam er een uitwisseling,
waarbij miljoenen Turken hun huizen in Griekenland en op Kreta moesten verlaten en Grieken hun woongebieden
aan de Egeische en Zwarte Zee en ook in Cappadocië.
Wel bleef er nog een flinke Griekse gemeenschap over in Istanbul. Maar in de jaren zestig was het ook daarmee grotendeels gebeurd.
Door de spanningen op Cyprus tussen Turken en Grieken werd het leven voor de Grieken in de oude hoofdstad bemoeilijkt.
Kemal ATATÜRK stichtte de Turkse Republiek in 1923 in Ankara en hij zou zelfs jarenlang zijn gezicht in Istanboel niet laten zien.
Hij wilde beginnen met een schone lei, weg van de Ottomaanse hoofdstad en haar generaties van ambtenaren, hofbedienden en
belangenverstrengeling.
In Ankara zijn dan ook vele staaltjes van de architectuur van de jaren 20 and 30 terug te vinden; krachtige,
sjieke gebouwen met een degelijke uitstraling.
ATATÜRK overleed op 10 November 1938. Nog altijd wordt in heel Turkije het moment van zijn dood,
om vijf over negen in de ochtend van de 10e November, met twee minuten stilte herdacht.
Van de drukste winkelstraten tot het kleinste gehucht, heel Turkije lijkt even de adem in te houden.
Twee minuten lang kan men een speld horen vallen, dan klinkt het volkslied en gaat het gewone leven weer verder.
Het is een blijvend eerbetoon aan de man wiens gedachtegoed nog altijd zeer invloedrijk is in Turkije.
Elke stad en elk dorp is trots op zijn standbeeld en in alle kantoren, winkels en woonkamers volgt de leider vanaf de muur de gebeurtenissen.
ATATÜRKs tombe was ooit onderdeel van het Etnografisch Museum, maar op 10 november 1953 werd hij in een speciaal mausoleum,
de ANITKABİR, bijgezet.
Dit strak vormgegeven gebouw is een indrukwekkend hoogtepunt van elk bezoek aan de hoofdstad ANKARA.
Letterlijk, want vanaf het mausoleum heeft men een uitzicht over de hele stad.
Op deze heuvel was ooit een Phrygische nederzetting, waarvan de resten tegenwoordig te zien zijn
in het Museum van de Anatolische Beschavingen.
De KURTULUŞ YOLU is de weg waar de Onafhankelijdsoorlog op 19 mei 1919 begon en die loopt van SAMSUN richting AMASYA.
Vlak bij het Samsun Training and Research Ziekenhuis is km 1 en bij Havza zijn de laatste kms van deze 98km lange weg.
De weg is door de gemeente SAMSUN als een openlucht museum gereconstrueerd en onderweg zijn monumenten gerestaureerd
en oude voorwerpen neergezet.
Wij zullen deze weg in omgekeerde volgorde volgen vanaf KAVAK tot het begin in SAMSUN :
een stuk van ca. 55km dat eindigt bij het ziekenhuis;
of een korter gedeelte van KAVAK tot ÇAKALLI.
Het echte begin is eigenlijk op de steiger in SAMSUN waar het schip de BANDIRMA destijds aankwam,
dit schip ligt nu in een park iets oostelijker.
ATATÜRK KÖŞK
Deze villa is gebouwd in Trabzon tussen 1890 en 1903.
In dit huis verbleef ATATÜRK vanaf 1924 regelmatig. De gemeente Trabzon kocht het later en daarna werd dit een museum.
Binnen is vrijwel niets veranderd en lijkt men de klok in de jaren 30 stil te hebben gezet.
Het is een witgeschilderd houten landhuis in art nouveau-stijl met drie verdiepingen, maar ook een
voorbeeld van de aristocratische Zwarte Zee- en Krimarchitectuur met invloeden uit de renaissance.
Vanuit de kamers, de terrassen en de tuin heeft men een mooi uitzicht op de omgeving en de zee.
HITTIETEN
De Hittieten, ookwel Hethieten genoemd, zijn de afstammelingen van Heth, zoon van Kanaan (Genesus 10:15), achterkleinzoon van Noach.
Zij kwamen ca. 2000vC naar Anatolië en werden van een ruitervolk nu ook landbouwers.
Zij waren de eerste ijzerverwerkers hier en waren de uitvinders van de 3mans strijdwagen.
Geholpen door hun ijzeren wapens en strijdwagens veroverden zij snel een groot deel van Anatolië tot in Syrie (Mesopotamie / het 2stromenland tussen de Eufraat en de Tigris).
Van veroverde volkeren namen zij de goden over en werden daardoor ookwel het volk van de 1000 goden genoemd.
De Hittitische beschaving heeft over heel Turkije haar sporen nagelaten, maar het hoogtepunt is te vinden onderweg van Ankara naar Çorum, in hun vroegere hoofdstad Hattuşa.
Hattuşa heeft een schitterende, bosrijke ligging.
De 3700 jaar oude metropool bestrijkt een flink oppervlak en werd ooit omsloten door machtige muren. De grote attractie is de leeuwenpoort die nog altijd fier de stad verdedigt.
Een klein deel van de acht kilometer lange muur is gereconstrueerd, maar het zijn de oorspronkelijke stadswallen, de onderaardse tunnels en de ruines van paleizen en tempels
die de aandacht trekken. De muren hebben de stad eeuwenlang beschermd maar in 1200 v.Chr. werden de Hittieten door de Phrygiërs onder de voet gelopen
en ging de stad in vlammen op.
De plaats is misschien nog wel bekender om de schatten die tegenwoordig in musea te bewonderen zijn.
In de stad werd namelijk het Koninklijk Archief ontdekt, tienduizenden kleitabletten in spijkerschrift die vrijwel alles over de Hittieten vertelden : contracten, wetten, religieuze ceremoniën, voorspellingen van de orakels en zelfs literaire werken.
Hoogtepunt is een kleitablet dat nu deels in het Archeologisch Museum van ISTANBUL te zien is; het eerste vredesverdrag ter wereld.
In 1258 vChr, na de slag van Kadesh (het latere KÜLTEPE), kwamen de Hittieten tot een overeenkomst met de machtige farao Ramses II.
In Egypte werd hetzelfde vredesverdrag op de muur van de tempel van Karnak in Luxor gegraveerd. Beide hebben tot in de huidige tijd overleefd.
Een kopie ervan is terug te vinden in het gebouw van de Verenigde Naties in NEW YORK.
Dit jaar is door de Universiteit van ANKARA een nieuw project gestart : 3-D SCANNING OF CUNEIFORM TABLETS IN THE ANATOLIAN CIVILISATIONS MUSEUM AND
READING OF BOĞAZKALE TABLETS BY ARTIFICIAL INTELLIGENCE waarbij 1954 Hittitische tabletten ontcijferd en in een voor iedereen toegankelijke
digitale bibliotheek geplaatst zullen worden. De eerste versie van deze HITTITE DIGITAL LIBRARY is al gereed gekomen.
KÜLTEPE
KÜLTEPE (Asheuvel) is een dorpje gelegen bij de ruines van de stad Kanesh, 20km ten N van KAYSERI, vlakbij de berg de ERCIYES.
Kanesh was bewoond vanaf het Chalcolithicum tot de Romeinse tijd; vanaf ca. de 20e tot de 16e eeuw v.Chr.
en was een grote handelsnederzetting van het oud-Assyrische koninkrijk.
De opgravingen strekken zich uit over de beneden- en de bovenstad.
De resten van de bovenstad met de citadel liggen op een 20 m hoge, vrijwel cirkelvormige heuvel met een doorsnee van ongeveer 520 m.
De benedenstad bevindt zich in de vlakte.
Uit gevonden documenten heette KÜLTEPE destijds Kanish (Kanesh)
en in het Hettitisch Nesha.
De Hettieten noemden hun taal naar deze stad Neshili.
Dit is een aanduiding dat de stad tot het stamland van dit volk behoorde.
Sinds 1880 doken er op de markt tabletten met spijkerschrift op die Cappadocische tabletten genoemd werden
maar in 1925 werd KÜLTEPE als de bron ervan geidentificeerd.
Bij de latere opgravingen werden er verdere kleitabletten gevonden met inscripties in de oud-Assyrische variant van het Akkadisch.
Meer tabletten werden in BOĞAZKALE (HATTUŞA) gevonden.
ZAĞNOS / ZAĞANOS PAŞA
Zağnos Mehmet Paşa werd rond 1420 in Macedonie geboren,
en vocht mee als generaal tijdens de Fetih 1453, toen de legers van Fatih sultan Mehmet II
de Byzantijnse hoofdstad CONSTANTINOPEL belegerden,
wat leidde tot de Val van CONSTANTINOPEL.
Daarna regeerde hij als grootvizier in TRABZON (1453-1456),
waarna hij in 1459 naar BALIKESIR vertrok samen met zijn geliefde, Prinses Anna de dochter van de sultan,
waarmee hij later trouwde (waarschijnlijk nadat hij mohammedaan was geworden en nu wel toestemming kreeg van de sultan).
Hij liet in 1461 in BALIKESIR een moskee met ziekenhuis, een hamam en een graftombe bouwen.
Van 1464 - 1469 was weer hij een hoge ambtenaar in TRABZON bij de administratieve, militaire leiding van dat district.
In 1469 is hij overleden en bijgezet in zijn graftombe in BALIKESIR.
De gebouwen die aan hem herinneren in BALIKESIR heeft hij zelf laten bouwen
elders zijn ze ter herinnering aan hem neergezet.
Bij de ZAĞNOS Paşabrug (op de INÖNÜ Caddesi) in TRABZON staat de ZAĞNOS Paşa Kulesi (toren);
ook bekend als: Kale Kule (Citadeltoren),
dit is een donjon aan het uiteinde van de nog bestaande stadsmuren.
(Ook in ISTANBUL staat een indrukwekkende Zağnos Paşa toren!)
ZAĞNOS Vadisi Park (Park van de Zağnos vallei).
Vroeger was dit de oude stad, wat nu verfraaid is tot een mooi park,
dat nog maar enkele jaren geleden is aangelegd.
De aanleg van het park maakte de hoge vestingmuren van de oude stad weer zichtbaar.
Het park is ongeveer een kilometer lang en 200 m breed. Aan de zijkanten staan vele (gerestaureerde) konaks.
De vallei ligt ten noorden en zuiden van de Zağnos Paşa brug (gebouwd in 1467),
naast de hoge rotsen en muren van de citadel.
Aan de noordkant staat het moderne gemeentehuis van TRABZON.
in BALIKESIR:
Midden in het centrum van BALIKESIR staat de Zağnos Paşa moskee met zijn graftombe en hamam.
AMAZONES en JASON
AMAZONE is de naam, die de oude Grieken gaven aan een volk van godin-vererende stammen van vrouwelijke krijgers,
die verondersteld werden in Noord-Afrika, Anatolië en de kust van de Zwarte Zee
(die ook wel de Amazonenzee werd genoemd) te leven.
Rondom de Zwarte Zee hielden sommige vrouwen bepaalde Amazonische gewoonten tot ver in de 18e eeuw in stand.
Ze kleedden zich in mannenkleren en reden schrijlings te paard, en ze vochten naast de mannen in de oorlog.
Onder de Hittieten heette AMASYA Hakış en de Yeşil-ırmak rivier heette toen de Iris (de naam van
de boodschapper van de dageraad). Voor de Grieken betekende deze rivier de grens van de bekende
wereld; daarachter waren er alleen Amazones, Scynthianen en andere barbaren.
Volgens legende is deze stad gesticht door Amaesis, koningin van de Amazones.
In het Amazones-themapark in SAMSUN staan een groot standbeeld van een vrouwelijke (een Amazone) en
een mannelijke krijger met twee bouwwerken in de vorm van hurkende leeuwen.
Bij GIRESUN ligt het Eiland van de Amazones.
Op het eerste gezicht stelt dit enige Turkse eiland in de Zwarte Zee niet veel voor.
Het lijkt te klein om een belangrijke geschiedenis te herbergen, maar niets is minder waar.
Hier zitten we middenin de mythen en legendes van de antieke wereld. De Amazones, de mysterieuze vrouwelijke strijders,
zouden er een tempel voor de oorlogsgod Ares hebben gebouwd.
Toen Jason en de Argonauten langs het eiland voeren, op weg naar het Gulden Vlies, was het eiland al verlaten.
JASON en het gulden vlies
Jason was de zoon van koning Aeson uit Iolkos, een stad in Thessalië in Griekenland.
Koning Aeson werd door zijn halfbroer Pelias van de troon gestoten.
Toen Jason geboren werd, waren zijn ouders bang dat Pelias hem zou doden en
daarom stuurden ze hem naar het Piliongebergte, waar hij werd opgevoed door de wijze Centaur Cheiron.
Dit wezen, half paard half mens, leerde hem alles om een sterke volwassen man te worden, van boogschieten, klimmen en
vechten tot paardrijden.
Toen JASON volwassen was, ging hij terug naar Iolkos om de troon op te eisen.
Pelias zei dat hij die zou krijgen, als hij het Gulden Vlies zou terughalen.
Jason besloot dat te gaan doen en verzamelde een groot aantal Griekse helden onder wie Herakles, Theseus en Orpheus voor deze tocht.
De deelnemers aan de tocht werden de Argonauten genoemd, omdat hun schip de Argo heette.
De tocht leidde naar Colchis (huidige Georgië) aan de oostkant van de Zwarte Zee.
Met de hulp van de tovenares Medea slaagde hij erin die opdracht tot een goed einde te brengen.
Samen met Medea keerde hij naar Griekenland terug.
Wat was eigenlijk het gulden vlies? Het Gulden Vlies was de gouden schapenvacht van de god Chrysomallos.
PERŞEMBE is bekend door het schiereiland Kaap Jason (Yason Burnu);
dit is het gebied waar volgens de legende Jason en de Argonauten rond 1.300 vC het Gulden Vlies ook gezocht hebben.
Het meest opmerkelijke bouwwerk op deze kaap is een kerk.
Deze staat op de plaats van de Griekse tempel van Ares, waar zeelui de cultus van de Jasonhelden,
die het gulden vlies uit Georgië moesten halen, vierden.
Deze Grieks-orthodoxe Byzantijnse kerk is oorspronkelijk uit de 14e eeuw en herbouwd in 1868.
KLOOSTERS, KERKEN, KERKJES en MOSKEEËN
(klik op een plaatje om naar het betreffende artikel te springen)
ARMEENSE en GEORGISCHE KERKEN
Armenië en Georgië zijn 2 van de oudste christelijke naties ter wereld.
Beiden kennen nog steeds een soortgelijk orthodox katholiek geloof.
In de gebieden waar Armeniers en Georgiërs hebben gewoond, zijn nog veel overblijfselen van hun oude kerkjes te vinden.
ANI
ANI ligt naast de Armeense grens, die wordt gevormd door de rivier de Arpaçay (Akhurian in het
Armeens) die een zijrivier is van de Aras, die 600 km verderop door Azerbeidzjan stroomt en
uitmondt in de Kaspische Zee.
ANI ligt op een bomenloos driehoekig rotsplateau, op 1.350 m hoogte, dat zeer lang
een niemandsland vormde tussen het dorp Ocaklı (dat ter plekke ook als Ani wordt aangeduid) en
twee diepe riviergorges die twee van de drie zijden vormen. De derde zijde is een dubbele muur met
bastions.
Ani wordt ookwel de stad van de 1.001 kerken genoemd.
Wie rondkijkt ziet in de verte de Ararat (op 200 km afstand nabij Doğubeyazıt, 5.137 m
hoog) en de Aragats-berg in Armenië (op 100 km, 4.090 m hoog).
Hier was al een nederzetting in het ijzeren tijdperk en in de bronstijd. De grotten aan
beide zijden van de rivieren zijn in de antieke tijden en de middeleeuwen gebruikt.
De naam Ani komt van de Perzische godin Anahis (of Anahid of Anahit). Zij was een van de
belangrijkste goden in de Armeense religie voordat het christendom zich introduceerde. Zij kan
worden vergeleken met de Griekse Aphrodite en was een van de hoofdgodinnen voor de Armenen.
Na de dood van Alexander de Grote (regeerde 336-323 vC) en de ontbinding van zijn koninkrijk is
deze stad opgericht als belangrijk station op de zijdekaravaanroute. Later groeide Ani in de
loop der tijd verder. Hier woonden ooit meer dan 100.000 inwoners,
nu is het een spookstad vooral als gevolg van aardbevingen.
Manuçehr Camii
Deze moskee is gebouwd in 1072, acht jaar na de verovering van Ani door de Seltsjoeken en na de
slag bij Manzikert (1071) waarbij de Byzantijnen overwonnen werden. Toch is dit een Armeens
bouwwerk. De constructie gebeurde onder de eerste Turks-Seltsjoekse moslimgouverneur Manuçehr.
Dit is de eerste vroeg-Seltsjoeks-Turkse moskee in Anatolië met een
mengeling van Armeens en Seltsjoeks design.
Tigran Honents Kilisesi (resimli kilise)
Tigran Honents was een rijke Georgische koopman en edelman die werkte voor de
heilige Gregorius. Voor de Armenen was hij een apostel.
Hij liet deze basiliek bouwen in 1215.
De kerk is gebouwd op een grondplan in kruisvorm, met verlengde westvleugel en hoge koepel.
De voorhal is ingestort. Daarom staat een deel van het binnenschilderwerk bloot aan het daglicht. De
blinde arcade rond de buitenkant is versierd met reliëfs waarin dierenmotieven kunnen worden
herkend zoals pauwen, draken en herten tussen slingers van gebladerte.
Büyük Katedral
Deze kathedraal is tussen 980 en 1010 gebouwd.
Dit is het grootste en meest indrukwekkende gebouw van Ani. Het heeft goede proporties maar ziet er
van een afstand een beetje troosteloos uit. Dit is trouwens een van de grootste kerken van het land en
de grootste overgebleven Armeense kerk op Turkse bodem.
De gebruikte steen is rode tufa (kalktufsteen), net zoals bij de stadsmuren en de brug.
Kerk van Sint-Gregorius van Abukhamrents
Deze kerk is gebouwd in 980.
ANI Arpaçay Köprüsü
Deze brug is in de 10e eeuw gebouwd over de grensrivier de Arpaçay, als verbinding op de zijdenroute
tussen Armenië en Turkije; er zijn alleen nog maar stukken op beide oevers over en er wordt niet gerestaureerd zolang de grens gesloten
is.
(Sinds het embargo
van de Turkse overheid in 1993 als reactie op de offensieven van Armenië in Hoog-Karabach
(Azerbeidzjan), is de grens met Armenië gesloten.)
İşhan kilisesi
Deze kerk is gebouwd in 640 door een Armeense bisschop. Dit is een van de vijf patriarchale
kerken van het oude Tao-Klarjeti (Tao-Clargetië). De vorm is die van een klaverblad met vier apsissen.
In 730 is de kerk verbouwd en opgedragen aan de Heilige Maagd, de Moeder van God.
Ook in 917 is een restauratie verricht. Dit gebeurde wederom in 1032 toen het gebouw is omgevormd tot een
kruiskoepelkerk met verlengde westelijke vleugel zodat dit een kathedraalkerk werd, in de vorm van
een Grieks kruis.
In 1200 kwam er een Byzantijns conisch koepel op.
Deze kerk wordt beschouwd als de meest elegante en spectaculaire kerk van de vallei ten westen van
Tortum. Dit is het oudste bestaande restant van gewijde Georgische architectuur.
ÖŞKVANK KİLİSE
ÖŞKVANK kerk en klooster ookwel ÖŞKI MANASTER op 8km vanaf de doorgaande weg, bij het dorpje ÇAMLIYAMAÇ
tussen het TORTUM meer en UZUNDERE.
Deze Georgische kerk geldt als een van de mooiste kerken van dit soort en is gebouwd rond 960 en is opgedragen aan Johannes de Doper.
Jammergenoeg is het een beetje in verval gemaakt, maar er zijn wel plannen om te gaan restaureren.
Nu staan de gebouwen omgeven met metalen platen.
HAHO KİLİSE
HAHO kerk en klooster liggen 10km ten Z van de ÖŞKVANK kerk op ca. 6km vanaf de doorgaande weg bij het dorpje BAĞBAŞI,
8km ten Z van UZUNDERE, en sterk gelijkend op de ÖŞKVANK kerk, maar beter onderhouden en nu in gebruik als moskee;
deze kerk/moskee kan gesloten zijn maar is rond namaz tijden altijd open.
Deze Georgische kerk is gebouwd rond 976 en wordt ookwel de Meryem Ana kerk of TAŞ of BAĞBAŞI cami genoemd.
Aya Sofia Kilisesi Müzesi in Trabzon
Deze Byzantijnse kloosterkerk is gebouwd op de plaats van een Romeinse tempel uit de 2e eeuw.
De resten hiervan liggen nog bij het noordportaal; hiervan is in 1997 nog een vloer van gekleurd marmer opgegraven.
De bouw van de kerk dateert van 1238, onder Manuel I Megas Komnenos, keizer van Trebizonde
en wordt omschreven als een van de mooiste voorbeelden van laat-Byzantijnse architectuur.
De bijbehorende klokkentoren stamt uit 1427.
Nadat de Ottomanen het Keizerrijk Trebizonde hadden veroverd en de kerk tot een moskee werd omgebouwd,
werden de frescos gelukkig alleen maar met witte waterverf overgeschilderd en niet vernietigd; hierdoor
kunnen we tegenwoordig de gerestaureerde frescos toch weer bewonderen.
ULU Camii in Divriği
Deze moskee met ziekenhuis zijn in 1228 gebouwd door Ahmet Hürrem shah van de Mengücek dynastie,
en is voorzien van fraaie beeldhouwwerken.
SÜMELA
Het Sümela-klooster bevindt zich in het natuurreservaat Altındere Vadisi Milli Parkı.
Dit kloostercomplex is gebouwd tegen een steile rotswand, op 1.200 m hoogte.
Het is in het jaar 386 tijdens het bewind van Theodosius I, keizer van het Oost-Romeinse rijk, gesticht door twee Griekse monniken,
Barnabas en Sophronios. Zij waren daarheen getrokken met een afbeelding van een zwarte madonna, geschilderd door de heilige Lucas.
Hieraan werden
bijzondere eigenschappen toegeschreven. Dit icoon brachten zij mee vanuit Athene en plaatsten het in een grot.
Daar omheen besloten zij een kerk te bouwen om er een plaats te creëren voor de icoon.
Deze grot vormt vandaag het midden van het klooster. De kelder met dit icoon van Lucas wordt bewaard achter een ijzeren hek.
Het Klooster werd in 1923 door de monniken verlaten, maar sinds 2010 worden er weer jaarlijks diensten gehouden.
Vanaf de parkeerplaats kom je eerst bij de AYA VARVARA kerk (afslag);
ga daar ook even naartoe want van daaraf heb je een mooi uitzicht op het Sümela-klooster.
Het Sümela-klooster is een indrukwekkende plek.

Als men de laatste, lange trap beklommen heeft, kijkt men uit op een grote binnenplaats omzoomd door gebouwen,
woonhuizen en kerken. De intieme rotskerk heeft het meest geleden onder tientallen jaren van leegstand en vandalisme.
De zwaar gehavende frescos zijn van een adembenemende schoonheid.
Inmiddels wordt Sümela zorgvuldig gerestaureerd en wordt de schade aan de muur- en plafondschilderingen zoveel mogelijk hersteld en
is er de laatste jaren veel werk verricht om dit klooster beter toegankelijk en ook veiliger (vallend gesteente van rotswand erboven!) te maken.
ASLANHANE moskee in Ankara
Deze nabij de citadel gelegen moskee werd in de 13e eeuw door een Seltsjoekse emir gebouwd en is de oudste moskee van Ankara.
Deze moskee heeft een mihrap (gebedsnis) met Seltsjoek-tegels en een ongebruikelijke dubbele colonnade van houten zuilen
en heeft indrukwekkende decoraties uit notenhout en van mozaiek.
In ÇARŞAMBA staat de GÖĞCELİ cami welke één van de zeldzame volledig houten moskeeën in Turkije is;
gebouwd in het jaar 1206 zonder een enkele spijker te gebruiken.
MURATLI CAMİ
In MURATLI in de MAÇAHEL, vlak bij GEORGIË staat een in 1864 van hout gebouwde moskee.
CAMİLİ CAMİ
In CAMİLİ in de MAÇAHEL, vlak bij GEORGIË staat een kleine, kleurige moskee.
de LAZ met hun taal, volksdansen en muziek
De Lazen of Lazaren zijn een volk, dat van de Caucasus, via Georgie naar Turkije is gekomen en
nu aan de oostelijke zijde van de Zwarte Zee (hoofdzakelijk vanaf RIZE) en in Georgie leeft.
Honderden jaren geleden behoorde dit gebied tot het Colchis-koninkrijk dat
ook bekend stond als Lazistan. Na de Romeinse verovering van Colchis rond 65v.C. werd het de Romeinse provincie Lazicum.
Een groot deel van de Lazen heeft zich in de loop der jaren verder over Turkije en ook Duitsland verspreid.
De familie van de huidige Turkse president Erdoğan komt ook hiervandaan.
Misschien zag u in Turkije ook al eens mensen waarvan u eerst door hun blonde of licht-rossige haren,
dacht dat het Europeanen waren, dat zijn dan vaak Lazen. Ook hebben vele Lazen een grote, gekromde neus.

In de Zwarte Zee regio woonden de Lazen vroeger szomers vaak in een yayla (bergweide), in huizen van hout en steen.
De meesten waren christen. Door de Ottomaanse verovering van de regio werden zij grotendeels moslim, een minderheid is Georgisch-orthodox gebleven.
de Laz, vermaken zich ook met stierengevechten, waarbij de stieren onderling vechten/duwen.
De taal van de Lazen is het Lazisch.
Velen spreken nog de Laz taal.
Deze taal, het Laz, Lazisch of Lazuri, is een taal die dichtbij het moderne Georgisch staat
en is een aan het Baskisch verwante taal.
Men zegt dat Lazen traag van begrip zijn. Hierdoor inspireren zij tot flauwe grappen (belgen moppen).
Hieronder een voorbeeld met de bekende komische laz-figuur Temel:

Temel de jager (een mop over hoe Temel de mensen jagen leert)
In een dorp aan de Zwarte Zee woont Temel. Hij is een heel goede jager. Als hij een konijn ziet lopen,
legt hij aan en schiet hij altijd raak.
Ook andere mensen trekken er op uit om te jagen, maar zij kunnen niets vinden om te schieten.
Uiteindelijk gaan ze naar Temel en zeggen tegen hem : Wij zijn gaan jagen, maar we hebben niets kunnen vinden.
Jij bent een goede jager. Jij moet met ons meegaan om ons te helpen.
Dus Temel gaat met hen mee en na een tijdje lopen, vinden ze een gat in de grond. Het is een klein hol.
Temel zegt : Nu moeten jullie heel stil zijn, en wachten, want straks komt er een konijn naar buiten.
Ze wachten, en na vijf minuten komt er een konijn naar buiten. Ze schieten en... raak.
Daarna lopen ze verder. Ze komen aan bij een groter hol. Hier zegt Temel : Nu moeten jullie weer stil zijn,
want straks komt er een vos. Even later verschijnt de vos en ze schieten hem dood.
Weer gaan ze verder en ze komen aan bij een nog groter hol. Ook hier moeten we wachten, zegt Temel, want hier woont een beer.
Even later verschijnt de beer en de jagers schieten raak.
Tot slot lopen ze weer verder, en ineens staan ze voor een heel groot hol, en ook hier moeten ze wachten van Temel.
De volgende dag staat er in de krant: Vier mensen zijn onder de trein gekomen.
De LAZ dansen graag o.a. de horon (een rijdans) en spelen daarbij op de tulum en de kemençe.
De tulum is een Turks blaasinstrument van de doedelzak-familie, het is oorspronkelijk gemaakt door herders van schapenvacht en hout.
De tulum wordt voornamelijk buiten gespeeld in het oostelijke deel van de Zwarte Zee tot de Caucasus.
De kemençe is een snaarinstrument dat veel weg heeft van een luit. Deze wordt door de Laz maar ook door de Sufi muzikanten
tijdens hun derwish dansen, bespeeld.
LAZ POP / Anatolische rock.
Dit is een muziekstijl die niet alleen bij de Laz populair is.
Oorspronkelijke Anatolische melodieën worden gecombineerd met westerse rockmuziek.
In KUSKÖY stappen de bewoners fluitend door het leven. Dankzij hun gefluit kunnen ze over lange afstand met elkaar communiceren.
Deze fluittaal/vogeltaal wordt intussen met uitsterven bedreigd maar staat sinds 2017 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Gefloten talen zijn er over de hele wereld, van Mexico tot Turkije, van Togo tot Nepal.
Ze zijn altijd gebaseerd op de gesproken talen van het gebied waarin ze gefloten worden.
In plaats van met de stembanden en de tong worden de woorden met vingers en lippen gefloten.
de VOETBAL CLUBS van de ZWARTE ZEE